Home | Algemene theorie | Theorie rundvee | Download het antwoordformulier

10 De voordelen van het gebruik van genetische merkers in een fokprogramma

De fokkerijraad van Holland Genetics is gewend om proefstieren (jonge stieren) te selecteren op basis van hun verwachtingswaarde. Deze verwachtingswaarde is de gemiddelde fokwaarde van de ouders: de stiervader en de stiermoeder. De fokwaarde van de stiervader is berekend uit de gegevens die van zijn dochters zijn verzameld. De fokwaarde van de stiermoeder is gebaseerd op haar (productie)gegevens en die van haar familieleden. Deze methode van selectie wordt gebruikt omdat bewezen is dat stiervaders en stiermoeders met een hoge fokwaarde de beste proefstieren leveren. Na de selectie als proefstier worden er per proefstier 1100 inseminaties verricht. Dat is nodig om ongeveer 120 dochters te krijgen die afkalven op tweejarige leeftijd en een eerste lactatie voltooien.  
Er ligt nu een voorstel van de onderzoeksafdeling bij de fokkerijraad om de proefstieren niet meer te selecteren op basis van de fokwaarden van de stiervaders en de stiermoeders. In het voorstel worden de proefstieren getest op  60.000 DNA-merkers. De  merkerinformatie wordt gebruikt voor `genomic selection’ van de proefstieren. De onderzoeksafdeling heeft uitgezocht welke merkers belangrijk zijn voor goede prestaties van de dochters van de proefstieren.  
De onderzoeksafdeling wil genomic selection gaan doorvoeren, omdat de genetische vooruitgang groter wordt. De genetische vooruitgang in een fokprogramma is het product van de betrouwbaarheid van de fokwaardeschatting, de selectie-intensiteit, de genetische spreiding gedeeld door het generatie interval.  

Waarom wordt de genetische vooruitgang groter bij genomic selection? En op welke onderdelen van de genetische vooruitgang heeft genomic selection effect?

Algemene theorie:

Theorie rundvee: